Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht
De titel van boek 4 is: Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht. Geschreven door Mark Haddon. Ik had dit boek gelezen, omdat Marlies het mij aangeraden had. Ik vond het een heel bijzonder boek, omdat het geschreven is vanuit het perspectief van een autistisch jongetje. Ik heb echt vaak hardop gelachen. Ook vond ik het echt wel een leerzaam boek, omdat er elke keer werd beschreven hoe het jongetje zich voelde. Daardoor kon ik me heel goed inleven in het jongetje. Dat deed wel wat met me. Ik vond dit zo'n bijzondere schrijfstijl dat ik voor dit artikel daarop wat verder in wil gaan.
Ik ga hiervoor reflecteren op het taalgebruik van de schrijver.
Ten eerste het perspectief. Het boek is "geschreven" door een autistisch jongetje. Op een nacht vindt hij de hond van de buurvrouw (Wellington), dood, in haar achtertuin. De hond is doorboord met een hooivork. Zijn psycholoog vond dat hij een boek moest gaan schrijven en dus ging hij een detective schrijven. In het boek probeert hij erachter te komen wie de hond vermoord heeft en beschrijft hoe hij dat doet. De echte schrijver van het boek (Mark Haddon) heeft zich heel goed ingeleefd in de belevingswereld van een autistisch jongetje, waardoor het een heel interessant boek is. Het jongetje (Christopher) leert en ziet allemaal nieuwe dingen en de schrijver beschrijft dat heel mooi.
De indeling van de hoofdstukken zijn ook anders dan bij de meeste boeken. Zo heb je hoofdstukken die beschrijven hoe Christopher op zoek gaat naar de moordenaar van de hond, hoofdstukken over een of andere wiskundige som die in zijn hoofd zit, hoofdstukken waarin hij recente brieven vindt van zijn moeder, terwijl hij dacht dat zijn moeder dood was en uiteindelijk ook hoofdstukken waarin hij op zoek gaat naar zijn moeder.
Ook het nummeren van de hoofdstukken doet hij net iets anders. In plaats van gewoon te beginnen bij hoofdstuk 1 en zo naar boven tellen, begint hij bij 2, dan 3, dan 5, dan 7 en zo telt hij in alle priemgetallen.
Wat ik ook heel goed vond aan het boek, waren de grapjes die erin verwerkt werden. Christopher kan niet zo goed tegen grapjes, want hij neemt alles letterlijk. Daardoor snapt hij veel grapjes niet. Wat hij zich niet beseft, is dat hij zelf (vind ik) heel grappig is. Zo moest ik al lachen toen hij vertelde dat hij al zijn hoofdstukken priemgetallen gaf. Ook stukjes waarin hij verteld over een gesprek dat hij had met iemand waren heel grappig. Dat kwam omdat gesprekken met hem altijd nét iets anders verlopen. Ook had hij grappige gewoontes (als hij onderweg naar school 3 gele auto's tegen kwam zei en deed hij een hele dag niks, hij at geen gele dingen en hij hield van de kleur rood) en leuke beredeneringen.
Ik vond de schrijfstijl van de schrijver wel moeilijk. Christopher gebruikte veel moeilijke woorden en het verhaal liep vaak heel erg door elkaar. Ik vond het wel een leuke schrijfstijl. Ik denk dat ik er wel veel van leer en ik vind het leuk als een boek niet voorspelbaar is. Doordat het verhaal door elkaar liep, was het wel lastig, maar wel leuk.
Wat ik geleerd heb over de opdracht is om een beetje door de eerste laag van het verhaal te prikken. Normaal lees je een boek en bedenk je of het een leuk boek vond of niet, maar nu heb ik nog net iets meer nagedacht over waarom de schrijver iets deed en hoe hij dat deed.