Vals
oor mijn 7e en laatste boek voor fictie van leerjaar 2 wilde ik graag een ander soort boek dan de vorige paar boeken. Het boek dat ik gelezen heb is Eleanor & Park van Rainbow Rowell (dat is haar echte naam). Het is een Roman over twee buitenbeentjes die bij elkaar op school komen. Ook dit vond ik weer een ontzettend leuk boek. Het is romantisch, verdrietig en heel mooi. Je leeft echt mee met de twee. Het gevoel dat ik bij het boek kreeg toen ik het las, was erg speciaal. Daarom heb ik gekozen om jullie een indruk te geven van dit boek. Ik heb drie fragmenten gekozen:
1.
Ze las zijn stripboeken.
Eerst dacht Park dat hij het zich verbeeldde. Hij had steeds het gevoel
dat ze naar hem keek, maar als hij dan naar haar keek, hield ze haar hoofd
gebogen.
Tot hij besefte dat ze naar zijn schoot keek. Niet op en ranzige manier.
Ze keek naar zijn stripboeken. Hij zag haar ogen bewegen.
Park wist niet dat iemand met rood haar bruine ogen kon hebben.
(Hij wist ook niet dat er zúlk rood haar bestond. Of zó'n blanke huid.)
De ogen van de nieuwe waren donkerder dan die van zijn moeder, heel
donker, bijna als gaten in haar gezicht.
Dat klonk erg, maar dat was het niet. Misschien was het wel het aller-
mooiste aan haar. Ergens deed het Park denken aan hoe Jean Grey soms
getekend werd als ze haar telepathische gaven inzette, met ogen die hele-
maal zwart en buitenaards waren.
Vandaag droeg de nieuwe een extra groot herenoverhemd bezaaid met
schelpen. Er had vast een heel grote boord aan gezeten, als bij zo'n disco-
overhemd, want ze had de bovenkant met een schaar bewerkt en nu begon
het zaakje te rafelen. Ze had een mannenstropdas om haar paardenstaart
gebonden, als een groot polyester lint. Ze zag er belachelijk uit.
En ze keek naar zijn stripboeken.
Park vond dat hij iets tegen haar moest zeggen. Hij vond altijd dat hij
iéts tegen haar moest zeggen, a was het maar 'Hallo' of 'Sorry'. Maar
sinds die eerste keer dat hij tegen haar had gevloekt had hij zo lang niks
tegen haar gezegd dat het nu onherroepelijk raar zou zijn. Een heel uur
per dag. Een halfuur op de heenweg, een halfuur op de terugweg.
Park zei niets. Hij deed alleen zijn stripboeken wat verder open en
sloeg de pagina's langzamer om.
2.
'Jezus, Park, ga je op ninjamissie?'
'Ninja's dragen zwart, Steve.'
'Wat?'
Eigenlijk had Park zich na taekwondo binnen moeten omkleden,
maar zijn vader had gezegd dat hij om negen uur thuis moest zijn, zodat
hij minder dan een uur had om iets aan Eleanor te laten zien.
Steve was buiten en sleutelde aan zijn Camaro. Hij had zijn rijbewijs
ook nog niet, maar hij trof al maatregelen.
'Afspraakje met je vriendin?' riep hij naar Park.
'Wat?'
'Heb je stiekem met je vriendin afgesproken? Met Bloody Mary?'
'Ze is m'n vriendin niet,' zei Park, en toen slikte hij.
'Je doet een ninjaverdwijntruc,' zei Steve.
Park schudde zijn hoofd en ging op een drafje over. Ze was zijn vrien-
din helemaal niet, dacht hij terwijl hij door het laantje rende.
Hij wist niet precies waar Eleanor woonde. Wel wist hij waar ze op de
bus stapte, en ook dat ze naast de basisschool woonde...
Dit moet het zijn, dacht hij. Bij een wit huisje bleef hij staan. In de tuin
zag hij wat kapot speelgoed en op de veranda lag een gigantische rotttwei-
ler te slapen.
Langzaam liep Park naar het huis. De hond tilde zijn kop op, keek hem
even aan en viel weer in slaap. Hij verroerde zich niet, ook niet toen Park
het trapje op liep en op de deur klopte.
De man die opendeed leek te jong om Eleanors vader te kunnen zijn.
Park wist bijna zeker dat hij hem wel eens ergens in de buurt hd gezien.
Hij wist niet wie hij verwacht had. Iemand die meer op haar leer.
De man zei niks. Hij bleef afwachtend in de deuropening staan.
'Is Eleanor thuis?' vroeg Park.
'En wie mag jij dan wel wegen?' hij had een neus als een mes en daar-
langs keek hij naar beneden, recht in Parks ogen.
'We zitten bij elkaar op school,' zei Park.
De man keek park nog even aan en deed de deur toen dicht. Park wist
niet goed wat hij moest doen. Hij bleef een paar minuten wachten en net
toen hij overwoog weer op te stappen, deed Eleanor de deur open, pre-
cies ver genoeg om naar buiten te kunnen glippen.
Ze had grote ogen van schrik. Zo in het donker leek het alsof ze hele-
maal geen irissen had.
Zodra hij haar zag wist hij dat het een vergissing was geweest om hier-
naartoe te komen, en dat hij dat eigenlijk eerder had moeten beseffen.
Maar hij had zich er zo op verheugd het aan haar te laten zien...
'Hé...' zei hij.
'Hoi.'
'Ik wilde...'
'... me uitdagen voor een duel?'
Park stak zijn hand voor in zijn dook en haalde het tweede deel van
Watchmen tevoorschijn. Haar gezicht begon te stralen' ze was heel bleek,
bijna letterlijk doorschijnend onder het licht van de straatlantaarn.
'Heb je het al gelezen?' vroeg ze.
Hij schudde zijn hoofd. 'Ik dacht dat we misschien... samen.'
Eleanor keek even om naar het huis, en kwam toen snel het trapje af.
Hij volgde haar naar beneden, over de met grind bedekte oprit naar de
stoep aan de achterkant van de basisschool. Boven de deur zat een grote
veiligheidslamp. Eleanor ging op de bovenste tree zitten en Park insta-
leerde zich naast haar.
Ze deden twee keer zo lang over Watchmen als over welke strip dan ook,
en vanavond deden ze er extra lang over omdat heel vreemd was om er-
gens anders dan in de bus naast elkaar te zitten. Alleen al om elkaar buiten
school te zien.
3.
Park dacht dat zijn moeder er in de auto nog wel over zou beginnen,
maar ze hield haar mond. Bij thuiskomst zei ze dat ze moe was. Ze vroeg
Park de boodschappen naar binnen te brengen en bleef de rest van de
middag op haar kamer, met de deur dicht.
Zijn vader ging rond etenstijd een kijken bij haar nemen, en een uur la-
ter, toen ze allebei tevoorschijn kwamen, zei zijn vader dat ze bij de Pizza
Hut gingen eten. 'Op kerstavond?' vroeg Josh. Op kerstavond aten ze al-
tijd wafels en keken ze films. Ze hadden Billy Jack al gehuurd. 'Ga in de
auto zitten,' zei zijn vader. Parks moeder had rode ogen en ze nam niet de
moeite ze opnieuw op te maken voor ze vertrokken.
Nadat ze weer thuis waren gekomen ging Park meteen naar zijn ka-
mer. Het enige wat hij wilde was in zijn eentje eraan terugdenken dat hij
Eleanor had gezien, maar een paar minuten later kwam zijn moeder bin-
nen. Ze ging op zijn bed zitten zonder ook maar een golfje te maken.
Ze stak hem een pakje in kerstpapier toe. 'Dit... is voor jouw Eleanor,'
zei ze. 'Van mij.'
Park keek nar het pakje. Hij nam het aan, maar schudde zijn hoofd.
'Ik weet niet of ik de kans krijg om het haar te geven.'
'Jouw Eleanor,' zei ze, 'komt uit groot gezin.'
Park schudde het pakje voorzichtig.
'Ik kom uit groot gezin,' zei mijn moeder. 'Drie kleine zusjes. Drie klei-
ne broertjes.' Ze maakte een gebaar alsof ze zes hoofdjes een klopje gaf.
Het was te merken dat ze een glas wijn had gedronken bij het eten. Ze
had het bijna nooit over Korea.
'Hoe heetten ze?' vroeg Park.
Zijn moeder legde sierlijk haar handen in haar schoot.
In groot gezin,' zei ze, 'is alles... is spoeling dun. Dun als papier, weet
je?' Ze maakte een scheurend gebaar. 'Begrijp je?'
Twee glazen wijn, misschien.
'Niet helemaal,' zei Park.
'Niemand krijgt genoeg,' zei ze. 'Niemand krijgt wat hij nodig heeft.
Als je altijd honger hebt, heb je honger in hoofd.' Ze tikte tegen haar
voorhoofd. 'Begrijp je?'
Park wist niet goed wat hij zeggen moest.
'Jij begrijpt niet,' zei ze hoofdschuddend. 'Ik wil ook niet dat jij be-
grijpt... Ik heb spijt.'
'Dat hoeft niet, hoor,' zei hij.
'Ik heb spijt hoe ik tegen jouw Eleanor heb gedaan.'
'Mam, dat zit wel goed. Jij kun er niets aan doen.'
'Ik denk dat ik dit niet goed zeg...'
'Het zit wel goed, Mindy,' zei Parks vader zacht in de deuropening. 'We
gaan slapen, schat.' Hij liep naar het bed, hielp Parks moeder overeind en
bleef beschermend met zijn arm om aar schouders staan. 'Je moeder wil
alleen dat je gelukkig bent,' zie hij tegen Park. 'Wees een vent en laat haar
niet stikken vanwege ons.'
Ook dit vond ik weer een leuke opdracht. Het liet me weer op een andere manier nadenken over het boek. Ik wilde namelijk zonder door het boek te bladeren al bedenken welke fragmenten ik wilde nemen. Volgens mij zijn het namelijk goede fragmenten als je ze onthoudt. Deze drie waren mij bijgebleven en ik vond dat ze ook wel het juiste gevoel gaven. Wat ik geleerd heb is dus bedenken hoe ik met 3 pagina's uit een boek zoveel een soort mini-samenvatting als de juiste indruk kan geven.